"Ik kijk voor het eerst met compassie naar mezelf."

Hieronder lees je het verhaal van José (niet haar echte naam). Ze vertelt over haar trauma en de schaamte die ze daarbij voelt. En over de verwerking ervan en de bijbehorende transformatie.

José vertelt…

“Ik kom bij Inge omdat ik ten onder dreig te gaan in een storm van verbaal geweld en dreigende agressie op mijn werk. Ik ben aangenomen om een bestaand team te leiden naar een andere manier van werken en dat geeft veel weerstand bij de medewerkers. Mijn medewerkers reageren agressief naar mij; verbaal agressief, en op die momenten verstijf ik. Ik klap volledig dicht en heb er emotioneel nog dagen last van. En daar baal ik ontzettend van. Ik schaam me natuurlijk kapot over mijn onmacht op dat moment. Op die momenten lijkt het wel of ik iemand anders ben, ik herken mezelf gewoon niet. Ik zie mezelf doorgaans als een krachtige, nuchtere vrouw waar heel redelijk mee te praten valt. Wat ik wil, is dat ik in mijn kracht kan blijven staan als er geschreeuwd wordt naar me of als een medewerker een dreigende houding aanneemt. In plaats daarvan weet ik geen woord uit te brengen, ik verstijf helemaal. Gelukkig heeft mijn leidinggevende heel veel vertrouwen in mij en wil graag dat ik overeind blijf staan in deze storm. Mijn leidinggevende heeft voorgesteld om naar Inge te gaan en te ontdekken of zij iets voor mij kan betekenen.

Terwijl we aan de koffie zitten, vertel ik Inge mijn verhaal. Ik voel dat ik haar ook moet vertellen over een ervaring van 22 jaar geleden.
Ik loop van een algemene gang van het verzorgingstehuis voor zwaar dementerenden naar de gesloten facilitaire afdeling en heb niet in de gaten dat een bewoner mij gevolgd is naar de facilitaire afdeling. Ik word gevolgd door een demente man die een oorlogstrauma heeft. In zijn wereld ziet hij een vijand en het is doden of gedood worden. Van voren weet hij mij vast te pakken en hij grijpt me naar mijn keel. Hij probeert me te wurgen. Ik reageer als verlamd, de welbekende freeze. Ik voel me totaal machteloos en laat de man mijn keel steeds verder dichtknijpen. De deur van de facilitaire afdeling opent omdat de linnendienst naar binnen rijdt. Ik had kunnen schreeuwen, om hulp kunnen roepen, schoppen en slaan, hem van me af kunnen duwen. We hebben het hier over een oude, fragiele man van zeker 80 jaar die veel zwakker was dan ik. Ik had hem gemakkelijk van me af kunnen duwen. In plaats daarvan deed ik niets. Wáárom deed ik niets? Die vraag heb ik mezelf wel honderd keer gesteld. Als ik terugdenk aan deze ervaring, voel ik me verantwoordelijk (ik had tenslotte op moeten letten dat ik niet gevolgd werd) en schaam ik mij voor mijn reactie. Ik vind de hele situatie gewoon gênant.

Inge introduceert IEMT en ik merk direct de effecten tijdens de kennismakingsoefening. Heel wonderlijk hoe de lading verdwijnt van een pijnlijke herinnering in slechts een paar minuten. Het geeft me vertrouwen om verder te gaan.

We stemmen af dat we beginnen met het gevoel van verstijven. Het is niet moeilijk om dat gevoel in mij op te roepen. Inge volgt een vast protocol en vraagt me wat de eerste keer was dat ik het gevoel voelde zoals ik het nu voel. Ik kom uit bij de herinnering aan mijn ervaring in het verpleegtehuis.

Ik merk na de eerste sessie al verlichting. Toch kom ik graag nog een keer, want ik voel dat het nog niet klaar is. Drie weken later ben ik weer bij Inge. Ik wil werken aan het gevoel van paniek dat ik voel bij een overleg met de medewerkers, directie en betrokkenen dat er aan zit te komen. Mijn leidinggevende en ook de andere MT-leden geven mij de ruimte om wel of niet deel te nemen aan dit overleg. Mijn hoofd zegt dat ik erbij moet zijn, mijn gevoel laat weten dat ik het heel spannend vind. Wat als ik weer volledig dicht klap? Wat als ik ga huilen in het bijzijn van iedereen? Vandaag wil ik werken met dit gevoel van paniek. Opnieuw kom ik via de vragen van Inge terecht bij de herinnering van de wurgpoging. De fysieke inspanning stelt niet veel voor, maar toch is het vermoeiend.

Na een paar minuten merk ik iets bijzonders bij mezelf op. Voor het eerst kan ik met compassie naar mezelf kijken. Zo mooi, zo rustig, zo ontspannen. We zijn er allebei even stil van.

Op dat moment is het voor mij geen vraag meer of ik wel of niet aanwezig zal zijn bij het aankomende overleg. Ik zal er zijn en ik ben er klaar voor.”

***

Hoe werkt dat met trauma? En hoe kan het dat eenzelfde situatie bij de ene persoon wel een trauma oplevert en bij de andere persoon niet? Een belangrijk aspect daarin is hoe de persoon in kwestie zijn/haar eigen rol beschouwt. In dit geval begreep José haar eigen reactie niet. Ze was veel sterker dan de oude, fragiele man, en toch had ze hem niet van zich afgeduwd. Hierover schaamde ze zich. Waarom heeft ze zich niet verroerd, kwam ze niet in actie? Ze kon het fysiek best, maar in plaats van iets te doen, bevroor ze.

Schaamte is een gevoel dat zeer moeilijk uit te houden is. Iedere herinnering aan het gedrag of de gedachten waar je je voor schaamt, duw je het liefst zo snel mogelijk van je af. Je wilt er niet aan denken, want het doet te veel pijn. Fysiek krimp je misschien wel ineen, knijp je je ogen dicht of sla je je handen voor je ogen, want ernaar kijken is te pijnlijk. In plaats daarvan ga je door, je parkeert de hele situatie, zegt tegen je omgeving dat het allemaal wel meeviel (je leeft tenslotte nog), maakt er misschien wel een grap over of spreekt jezelf ernstig toe dat je je niet zo moet aanstellen. Je gaat door alsof er niets gebeurd is.

Ondertussen heeft je gevoelsbrein (limbische systeem) een koppeling gelegd tussen de ervaring met agressie en geweld en de heftige gevoelens van angst. Deze koppeling fungeert als trigger en zorgt ervoor dat bij iedere volgende situatie die er een beetje op lijkt onze hersenen alarm slaan. De succesvolle manier waarop je de oorspronkelijke situatie (de imprint) hebt overleefd volgt; onmiddellijk, onbewust en vol automatisch. Er is namelijk geen tijd om over de situatie na te denken, er dreigt gevaar en er moet nú overleefd worden. Bevriezen wordt de overlevingsstrategie bij nieuwe dreigende ervaringen waar agressie speelt. En opnieuw volgt de schaamte.

Een imprint is dus een eerste keer dat heftige, negatieve gevoelens en emoties gekoppeld worden aan een situatie, een ervaring. Zie het als een onderste steen. Bij IEMT zoeken we naar die onderste steen. Op die onderste steen worden in de loop der jaren nieuwe stenen gestapeld die voldoende gelijkenis hebben met de imprint. Of iets er voldoende op lijkt, wordt onbewust bepaald door onze hersenen. Ons associatieve gevoelsbrein koppelt op onnavolgbare wijze van alles aan elkaar, ook als dat voor ons analytische brein (neocortex) helemaal niet logisch is. De situatie op het werk van José lijkt volgens haar gevoelsbrein voldoende op de dreigende situatie van 22 jaar geleden in het verzorgingstehuis. Er is ook nu sprake van agressie. De confrontaties leveren opnieuw een reactie van verstijving op. Ook nu komt er geen geluid uit haar keel, ze klapt volledig dicht.

Gelukkig is ons brein neuro plastisch; het kan bestaande koppelingen verbreken (lees: triggers neutraliseren) en nieuwe koppelingen aanleggen. Dan kan het gebeuren dat het gevoel van schaamte transformeert naar een gevoel van compassie met jezelf.

José stuurt na afloop van het overleg een appje. Hoewel ze redelijk uit het lood geslagen is, heeft ze geen spoortje van paniek gevoeld.

Dankbaar.