Hoe dan?

Bob voelt zich verloren, verdwaald, alsof hij hier niet thuis hoort. De wereld was altijd al een overweldigende plek voor Bob. Hij is heel gevoelig en ervaart al snel teveel prikkels. Om alle indrukken wat te dempen, begon Bob als jonge tiener al met zichzelf te verdoven. Eerst met alcohol en daarna ook met drugs en pillen. Zo’n drie jaar geleden nam hij het moedige besluit om af te kicken. En toen kwamen de angsten. Daar krijgt hij pillen voor, net als voor depressiviteit, psychosegevoeligheid en iets voor de bijwerkingen. 

Bob voelt zich voortdurend in een soort van mist, zijn hoofd wil wel scherp zijn maar onder invloed van de medicatie wordt alles mat. Hij kan niet goed bij zijn innerlijke wijsheid, zijn intuïtie. Dat vindt hij verschrikkelijk. Ondanks de medicatie kent Bob diverse angsten en ervaart hij regelmatig paniek om kleine dingen waarvan hij verstandelijk weet dat hij er niet bang voor hoeft te zijn. Hij heeft zijn schrikreacties echter niet onder controle en zijn lichaam heeft al gereageerd voordat hij de situatie kan bekijken zoals hij is.

Bob wil graag minder angstig zijn en komt via via bij mij terecht. Ik vraag Bob te kiezen aan welke angst hij als eerste wil werken. De grootste angst van Bob is dat de mensen of dieren die erg belangrijk voor hem zijn dood gaan. Als hij daaraan denkt, en dat doet hij nogal eens op een dag, dan maakt hem dat heel verdrietig en bang. Het zou geweldig zijn als hij die angst zou kunnen verminderen.

We gaan aan de slag met IEMT, een werkvorm die Bob maar een beetje vreemd vindt. Zeker als ik hem vraag zijn medicatie op zijn schouder te leggen, zodat de dempende werking ervan tijdelijk onderbroken wordt. Als we klaar zijn, vraag ik Bob om zich de komende week bewust te worden van zijn gedachten en te registreren of hij nog angstige gedachten en gevoelens heeft over het verliezen van dierbaren.

Een week later zie ik Bob weer en werken we aan een andere angst. Uiteraard informeer ik of hij al effect heeft gemerkt van de eerste sessie. Het klopt inderdaad dat Bob afgelopen week geen angstige gedachten meer gehad heeft over het verliezen van belangrijke anderen. Maar daarvoor heeft hij andere verklaringen. Zo was hij te zeer in paniek geweest van andere angstige zaken. Met andere woorden; het wil er bij Bob nog niet in dat de eerste sessie effect heeft gehad.

Twee weken later, en inmiddels dus drie weken na de eerste sessie, zie ik Bob weer. Ook dit keer informeer ik of hij effect merkt van de behandeling. Tja, dat is toch wel bijzonder… Bob realiseert zich terplekke dat de angstige gedachten over het verliezen van dierbaren verdwenen zijn. Hij heeft ze helemaal niet meer gehad, is er niet meer mee bezig geweest. Verbaasd drinkt hij zijn koffie. Hij was er zich nog niet eerder bewust van. Apart hoor. Zou het dan toch…?

Ik zie aan Bob dat hij het nog een lastig idee vindt; iets heeft geholpen. En dan nog wel zo’n rare manier, en al na 1 keer. Hoe dan? Zou die vreemde werkwijze met dat stokje en dat bolletje er echt iets mee te maken hebben? Er lijkt een groot vraagteken boven zijn hoofd te zweven. Dat geeft niet, ik ben blij.